Grote bonte specht

Grote bonte specht - Dendrocopus major

• Orde: spechtvogels – Peciformes;
• Familie: spechten – Picidae;
• Lengte: 23 – 26 cm;
• Spanwijdte: 40 cm;
• Biotoop: loofbossen en gemengde bossen, parken en tuinen. Overal waar bomen zijn;
• Voedsel: insecten. In wintermaanden zaden van sparren- en dennenkegels. Eten ook wel eieren en jongen van andere vogels;
• Periode: gehele jaar;
• Aantal broedparen: 97.000 – 130.000;
De Grote Bonte Specht is de meest algemene specht, die in Nederland voorkomt. Vaak duidt een karakteristiek, snel geroffel op de aanwezigheid van de Grote Bonte Specht. Met de snavel klopt de Specht dan op een of andere resonerende ondergrond, zoals dood hout. Beide geslachten doen dit al vroeg in het voorjaar ter afbakening van het territorium en elke roffel bestaat uit ca. 8-10 kloppen per seconde. Grote kans, dat in het voorjaar op hole Heuvelrug of Heide het geroffel van de Grote Bonte Specht klinkt. Na enig speurwerk is vervolgens vaak ook nog hoog in de boom de vogel te ontdekken.
De Grote Bonte Specht past zich gemakkelijk aan en koloniseert nieuwe gebieden met geschikte nestbomen. Het nest wordt uitgehakt in een wat zachtere boomsoort. De aantallen nemen sinds 1990 jaarlijks in aantallen toe.