Grauwe gans

Grauwe gans - Anser anser

• Orde: eendvogels – Anseriformes;
• Familie: eenden – Anatidae;
• Lengte: 76 – 89 cm;
• Spanwijdte: 147 – 180 cm;
• Biotoop: allerlei gebieden, vooral in nabijheid van water. Overwinteren op boerenland, uiterwaarden en grote natte natuurgebieden;
• Voedsel: vegetarisch: gras, plantenwortels, zaden, vruchten, oogstresten (mais, granen, aardappelen);
• Periode: laatste decennia gewijzigd trekgedrag: groot deel is hele jaar aanwezig. In najaar en winter aanvulling uit Noord- en Oost-Europa. Nederland belangrijkste overwinteringsgebied. Vanaf februari keren overwinteraars terug;
• Aantal broedparen: 100.000 – 165.000;
Na de Tweede Wereldoorlog was de Grauwe Gans een zeer zeldzame broedvogel in Nederland. Het ontstaan van de Oostvaardersplassen heeft hier verandering in gebracht. Hier vond de Grauwe Gans een plek om zich ongestoord te vestigen. De “vermesting” van het landschap zorgde voor steeds beter voedsel voor het vee, maar ook voor de Grauwe Gans. Het resultaat van een intensieve agrarische sector. Boeren zijn niet blij met de Grauwe Ganzen, zodat helaas veel ganzen worden verstoord en gedood. Ook golfers hebben in het algemeen een hekel aan ganzen. Immers, het is niet prettig op de fairway in de ganzenpoep te trappen. Gelukkig komt de Grauwe Gans maar in kleine aantal op golfbaan Anderstein voor en blijven vooral in de omgeving van hole Heuvelrug-4.
De Oostvaardersplassen is te beschouwen als de kraamkamer van de Grauwe Gans. De ganzen grazen de jonge scheuten van het riet en houden het gras kort. Op die manier hebben de ganzen een functie in het natuurgebied, waar andere vogelsoorten weer van profiteren.