Bandzweefvlieg

Bandzweefvlieg - Epistrophe melanostoma

  • Orde: vliegen en muggen – Diptera;
  • Familie: Zweefvliegen – Syrphidae;
  • Geslacht: Epistrophe;
  • Lengte: 10 – 12 mm;
  • Biotoop: loofbossen met goed ontwikkelde struikvegetaties en veel zonnig plekken;
  • Planten: gewone vlier, kardinaalsmuts. Gele en witte bloemen;
  • Voorkomen: na de eerste vondst in ons land in 1942, was de soort tot 1980 bijna uitsluitend in Limburg bekend. Tegenwoordig vrij algemeen ten zuiden van de lijn Amsterdam-Zwolle en in het westelijk kustgebied. In Noordelijke provincies zeldzaam;
  • Algemeen: beide seksen vliegen vaak nabij struiken, vlak boven de grond tot op circa twee meter hoogte. Mannetjes vertonen hier ook territoriaal gedrag.