Torenvalk

Torenvalk - Falco tinnunculus

• Orde: roofvogels – Falconiformes;
• Familie: valken – Falconidae;
• Lengte: 31 – 37 cm;
• Spanwijdte: 68 – 78 cm;
• Biotoop: open en halfopen land met veel woelmuizen. Boerenland, met veel grasland, akkers, heide, soms in de stad. Holenbroeder;
• Voedsel: kleine zoogdieren, vooral woelmuizen. Ook zangvogels, kuikens weidevogels en grote insecten. Jaagt in lage vlucht, tijdens bidden en vanaf een zitpost. Pakt prooi van de grond. Is niet snel genoeg om vogels in de lucht te slaan;
• Periode: gehele jaar. Torenvalken uit noordelijke broedgebieden trekken in de herfst ook naar Nederland en gaan in maart en april weer terug;
• Aantal broedparen: 3.800 – 7.700;
Een ‘biddende’ torenvalk trekt nog altijd de aandacht. Lang was de vogel onze talrijkste roofvogel, maar tegenwoordig bezet de buizerd die positie. De landelijke aantallen namen al rond 1960 af door het gebruik van landbouwgif, maar herstelden daarna. Sinds 1990 neemt het aantal torenvalken voortdurend af, met kleine tijdelijke oplevingen in muisrijke jaren. Het steeds intensiever grondgebruik maakt grote delen van het boerenland ongeschikt: er is te weinig voedsel.
Desondanks is de torenvalk toch regelmatig op golfbaan Anderstein waar te nemen. De meeste kans om een ‘biddende’ torenvalk in de lucht te spotten, bestaat op de Heide- of Heuvelrug-lus.