Grote rupsendoder

Grote rupsendoder - Ammophila sabulosa

• Orde: vliesvleugeligen – Hymenoptera;
• Onderorde: bij-achtigen – Apocrita;
• Familie: langsteelgraafwespen – Sphecidae;
• Geslacht: Ammophila;
• Lengte: 14-24 mm;
• Activiteit: mei – oktober;
• Nest: ondergronds;
• Biotoop: zandige, schrale plekken op heiden en in duinen;
• Voorkomen: algemeen. De grote rupsendoder kan op enkele plekken op Golfbaan Anderstein worden waargenomen, maar vooral langs de fairway van hole Heide-4;
• Algemeen: de wesp begint met he graven van een nest in de zandbodem. Het nest bestaat uit een loodrecht naar beneden gegraven gang, die eindigt in een nestkamer. Vervolgens wordt de nestingang met een steentje afgedicht en gaat de wesp op jacht, meestal een grote rups. De rups wordt met een aantal steken verlamd. Met de buikzijde van de rups naar boven en de kop naar voren wordt de prooi naar het nest gesleept. De rups dient als proviand voor de larve van de rupsendoder. De wesp trekt de rups achteruit lopend de gang van het nest binnen. Er wordt een ei gelegd en tenslotte wordt het nest definitief afgesloten met een steen en daarna met zand, ter camouflage, dichtgeschoven.