Boomkoekoekshommel

Boomkoekoekshommel - Bombus norvegicus

• Orde: vliesvleugeligen – Hymenoptera;
• Onderorde: bij-achtigen – Apocrita;
• Familie: Apidae;
• Onderfamilie: Apinae;
• Geslacht: Bombus;
• Lengte: vrouwtje: 22 mm, mannetje: 15 mm;
• Activiteit: eind april – augustus;
• Nest: parasiteert bij boomhommel;
• Biotoop: dennenbossen en bosranden;
• Planten: braam, knoopkruid, grote centaurie, wildenroosje;
• Voorkomen: zeldzaam. De boomkoekoekshommel kan op Golfbaan Anderstein worden waargenomen in het bloementuintje;
• Algemeen: de boomkoekoekshommel is moeilijk te onderscheiden van de verwante vierkleurige koekoekshommel (Bombus sylvestris). Bij mannetjes is zekerheid over de juiste soortnaam alleen te verkrijgen via genitaalonderzoek. De soort werd in 942 pas voor het eerst in ons land gemeld. De hommel wordt over ons land verspreid aangetroffen en is grotendeels beperkt tot de hoge zandgronden en langs de kust. De hommel parasiteert bij de boomhommel (Bombus hypnorum).