Roodborst

Roodborst - Erithacus rubecula

• Orde: zangvogels – Passeriformes;
• Familie: lijsters – Turdidae;
• Lengte: 12,5 – 14 cm;
• Spanwijdte: 20 – 22 cm;
• Biotoop: komt overal voor, behalve in gebieden zonder bomen en struikgewas. Ook aanwezig in tuinen en parken;
• Voedsel: insecten, spinnetjes en andere kleine insecten, aangevuld met bessen en zaden. In de winter vaak op voedertafels;
• Periode: gehele jaar. In winters trekt een deel van de populatie richting Spanje en Portugal. Het deel, dat hier blijft krijgt gezelschap van vogels uit Duitsland, Polen en Scandinavië;
• Aantal broedparen: 300.000 – 430.000;
De roodborst heeft een territorium, dat hij dapper tegen soortgenoten verdedigt. Zelfs man en vrouw roodborst vliegen elkaar in de ‘veren’ en leven solitair. Pas in het broedseizoen zijn ze bij elkaar. Hun oranje borst gebruiken ze om elkaar te imponeren. De jonge vogels zijn in het begin bruin gespikkeld en pas later in het jaar kleuren ze naar het echte oranje-rood van de roodborst. Hierdoor roepen de jonge vogels geen agressie op.
Vanwege zijn tamheid is het een geliefde vogel in dorps- en stadstuin, die ’s winters soms zelfs uit de hand eet. Ook op golfbaan Anderstein valt het tamme gedrag van de vogel op. Regelmatig wordt de afslag door de roodborst met nieuwsgierigheid gade geslagen.