Groefbij

Groefbij - Lassioglossum

  • Orde: vliesvleugeligen – Hymenoptera;
  • Onderorde: angeldragers – Aculeata;
  • Familie: bijen en hommels – Apidae
  • Onderfamilie: Halictinae;
  • Geslacht: Lasioglossum;
  • Lengte: vrouwtje 8 – 9 mm, mannetje 8 – 10 mm;
  • Activiteit: april – oktober;
  • Nest: ondergronds;
  • Biotoop: heel divers;
  • Planten: heel divers;
  • Algemeen: Groefbij is de Nederlandse benaming voor twee geslachten behorend tot de onderfmilie Halicitinae: Halictus en Lasioglossum. Van het eerste komen er in Nederland 11 en van het tweede geslacht komen er 42 soorten voor. Meer dan de helft hiervan is zeldzaam, zeer zeldzaam of uit Nederland verdwenen. De naam komt van de groef die bij de vrouwelijke exemplaren over het midden van de laatste achterlijfsplaat loopt. Evenals zandbijen, graven ze hun nest in de grond.