Gewone koekoekshommel

Gewone koekoekshommel - Bombus campestris

• Orde: vliesvleugeligen – Hymenoptera;
• Onderorde: bij-achtigen – Apocrita;
• Familie: Apidae;
• Onderfamilie: Apinae;
• Geslacht: Bombus;
• Lengte: vrouwtje: 18 – 22 mm, mannetje: 15 -17 mm;
• Activiteit: april – oktober, hoofdvliegtijd vrouwtje: eind mei/mannetje: eind augustus;
• Nest: parasiteert bij heide-, akker-, weide-, gras en moshommel;
• Biotoop: in vrijwel elk landschap;
• Planten: blauwe knoop, braam, haagwinde, hondsdraf, knautia, knoopkruid, koninginnekruid, paardenbloem, witte klaver;
• Voorkomen: vrij algemeen, vooral in Oost-Nederland. De aardhommel kan op Golfbaan Anderstein vooral worden waargenomen tussen de tee-box van hole Heuvelrug-2 en de green van hole Heuvelrug-8;
• Algemeen: vroeger was dit de meest voorkomende koekoekshommel. Tegenwoordig lijkt de soort schaarser te worden. De vrouwelijk exemplaren overwinteren als imago en vliegen in het voorjaar. De darren zijn kleiner en verschijnen later.