Citroenvlinder

Citroenvlinder - Gonepteryx rhamni

• Familie: witjes – Pieridae;
• Afmeting: spanwijdte 50 – 55 mm;
• Levenscyclus: rups van half april – eind juni. De soort overwintert als vlinder;
• Vliegtijd: eind juni tot begin oktober en na de overwintering van begin februari tot begin juni in twee generaties;
• Gedrag: De Citroenvlinder bereikt met wel 12 maanden de hoogste leeftijd van de inheemse vlinders. Tot het einde van de zomer zijn de vlinders op bloemen te vinden. Dan trekken ze zich terug om te overwinteren. Xe overwinteren meestal in vochtige, schaduwrijke bossen. De vlinders zitten vaak in graspollen vlak bij de grond. Ze blijven vrijwel de gehele winter op dezelfde plek. Tijdens sneeuw worden de vlinders vaak geheel bedekt, om tijdens de dooi weer onbeschadigd tevoorschijn te komen;
• Biotoop: vooral zonnige plaatsen in open bos en langs bosranden, struwelen een houtwallen. Ook in parken en tuinen. De vlinder kan op golfbaan Anderstein op alle lussen worden waargenomen, bijvoorbeeld bij de green van hole Heuvelrug-5;
• Waardplant: sporkehout, wegedoorn, vooral jonge struiken op open zonnige plaatsen;
• Voorkomen: een algemene standvlinder, die over het hele land voorkomt.