Bosuil

Bosuil - Strix aluco

• Orde: uilen – Strigiformes;
• Familie: uilen – Strigidae;
• Lengte: 40 – 42 cm;
• Spanwijdte: 93 – 98 cm;
• Biotoop: bos- en parklandschappen, maar ook open agrarisch gebied, met voldoende oude bomen voor roest- en broedplaatsen. De bosuil is een holenbroeder. Door zijn gevarieerde prooikeuze kan de bosuil in veel landschapstypen gedijen;
• Voedsel: gevarieerde prooikeuze, voornamelijk allerlei kleine zoogdieren en vogels, tot het formaat van jonge konijnen en duiven. Ook kikkers, padden, kevers, regenwormen en incidenteel vis;
• Periode: gehele jaar;
• Aantal broedparen: 5.200 – 6.400;
Omdat de Bosuil een nachtelijke levenswijze heeft, zal het niet eenvoudig zijn op golfbaan Anderstein een Bosuil tegen te komen. Op hole Vallei-9 heeft men wel eens een uilskuiken in het struikgewas aangetroffen.
De Bosuil is zeer territoriaal. Verplaatsingen over een afstand van meer dan 20 km zijn een uitzondering. De jonge vogels worden vanaf de herfst afgestoten. Meestal ligt het territorium van de jonge vogels binnen een straal van 50 km van het ouderlijk territorium. Door de donsachtige bekleding van zijn slagpennen vliegt de uil geluidloos, zodat de prooi hem niet aan hoort komen. Tevens wordt zijn eigen scherpe gehoor niet door zijn eigen vlieggeluiden gestoord. De Bosuil is door zijn asymmetrisch geplaatste oren in staat uitsluitend op het uitstekende gehoor de prooi op te sporen.