Aalscholver

Aalscholver - Phalacrocorax carbo

  • Orde: peilikaanachtigen – Pelecaniformes
  • Familie: aalcholvers – Phalacrocoracidae
  • Lengte: 77 – 94 cm;
  • Spanwijdte: 120 – 150 cm;
  • Biotoop: watervogel, zowel zoet als zout: ondiepe zee, meren, lagunes, moerassen. Bouwt nest in bomen of op rotsen;
  • Voedsel: uitsluitend vis;
  • Periode: gehele jaar;
  • Aantal broedparen: 20.000 – 21.000 – constant

Aalscholvers zijn uitstekende zwemmers, die hun prooi onder water achtervolgen. Als hij onderduikt, wordt hijzelf bijna een vis. Dat torpedo-achtige dankt hij aan zijn waterdoorlatende verenpak dat minder vet is dan dat van andere vogels. Het heeft wel als nadeel dat het water niet van hem afglijdt zoals van een eend, waardoor hij na het jagen zijn vleugels gespreid te drogen moet hangen. Op de golfbaan vaak te zien op de elektriciteitsmasten op Heide-lus.

De Aalscholver is in het verleden vervolgd vanwege hun bedreiging voor de beroepsvisserij. Rond 1960 was hierdoor de populatie gedaald tot minder dan 1000 broedparen. Door wettelijke bescherming heeft deze zich inmiddels weten te herstellen.