Kokmeeuw – Chroicocephalus ridibundus
Kokmeeuwen zijn echte alleseters, die hun natuurlijke menu aanvullen met afval van vuilstortplaatsen. Problemen ontstaan wanneer zich een kolonie van deze dieren bij een voedselarme ven vestigt. Door sterke bemesting van het water door uitwerpselen kan het terrein geheel van karakter veranderen.
Kokmeeuwen werden in de twintigste eeuw gaandeweg talrijker, met topaantallen in de jaren tachtig toen er 225.000 paren in ons land nestelden. Ze profiteerden destijds van een groet voedselaanbod door menselijke activiteiten: landbouw en vuilstort. Inmiddels is het aantal gehalveerd. Vooral in het binnenland verdwenen veel kolonies. In het Waddengebied verging het de soort beter. Op Griend zit de grootste kolonie, die in sommige jaren wel 30.000 paren telt.
Op de Golfbaan Anderstein is sinds het verdwijnen van de vuilstort in de regio de kokmeeuw steeds minder waar te nemen. De meeste kans om een kokmeeuw te spotten bestaat op de Vallei-lus.